Noviomagus. Op 31 dezer verdedigt mr. Kirsten Everaars hier ter stede haar proefschrift Wijziging van beperkte rechten. Haar promotor is prof. mr. Steven Bartels. In de meeste handboeken over het goederenrecht worden ontstaan, overgang en tenietgaan van beperkte rechten besproken, maar een algemene beschouwing over wijziging van beperkte rechten ontbreekt. Er zijn echter tal van praktijkvoorbeelden te noemen van wijziging van beperkte rechten. Denk bijvoorbeeld aan de uitbreiding van de bevoegdheden van een erfpachter, de verlenging van de duur van een opstalrecht of de wijziging van de rangorde van pand- of hypotheekrechten. Lange tijd ontbrak het in de literatuur aan een studie over wijziging van beperkte rechten.
Met de dissertatie van Everaars wordt in die leemte voorzien voor de wijziging van inhoud en rangorde van beperkte rechten.
De conclusies zijn relevant voor de wetenschap, maar ook voor de praktijk. Er wordt bijvoorbeeld stilgestaan bij de verschillende mogelijkheden om een eis tot wijziging van een erfdienstbaarheid, erfpachtrecht of opstalrecht bij de rechter in te stellen. Niet alleen de afzonderlijke rechtsgronden in Boek 5 en Boek 6 BW komen voorbij, maar ook samenloop tussen de verschillende regelingen komt aan bod.
Het antwoord op de vraag hoe de artikelen van deze Boeken 5 en 6 onderling samenhangen kan partijen helpen bij het inrichten van de eis of het hiertegen te voeren en biedt de rechter bovendien inzicht in hoe om te gaan met de verschillende rechtsgronden. Daarnaast wordt bijvoorbeeld onderzocht aan welke vereisten een consensuele wijziging dient te voldoen en wat daarvan de rechtsgevolgen zijn.
Voor het notariaat biedt het onderzoek handvatten hoe om te gaan met een wijziging van de inhoud van een erfpacht- of opstalrecht door partijen en welke gevolgen een dergelijke wijziging heeft voor een op het erfpacht- of opstalrecht rustend hypotheekrecht.
Het onderzoek biedt ook inzichten voor de financieringspraktijk, bijvoorbeeld als het gaat om de wijziging van de rangorde van zekerheidsrechten, maar ook in het kader van de vraag of een zekerheidsrecht eenzijdig gewijzigd kan worden via een gedeeltelijke opzegging. De inzichten en conclusies zijn kortom van waarde voor iedereen die zich in de wetenschap en praktijk bezighoudt met een wijziging van inhoud of rangorde van beperkte rechten.