Noviomagus. In de editie van het Nederlands Juristenblad van komend weekend staat een Vooraf van Tom Barkhuysen. Daarin breekt hij een lans voor het toetsen van wetten in formele zin aan rechtsbeginselen. De Hoge Raad heeft in het Harmonisatiewetarrest art. 120 Grondwet („De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.”) aldus uitgelegd, dat de rechter formele wetten ook niet aan rechtsbeginselen mag toetsen. Volgens de Hoge Raad (rov. 3.6) moest:
„{….} worden geoordeeld dat de rechter de hem gestelde grenzen zou overschrijden door te oordelen dat art. 120 Grondwet zich niet (ook) tegen toetsing van de wet aan fundamentele rechtsbeginselen verzet.”
Het cassatiecollege oordeelde in dat arrest (rov. 3.1) ook (onderstreping toegevoegd):
„In het arrest van 16 mei 1986, NJ 1987, 251 [Landbouwvliegers, SvS] ligt reeds besloten dat deze vraag naar het oordeel van de Hoge Raad ontkennend moet worden beantwoord. Aan dat oordeel meent de Hoge Raad — hoezeer ook hij de te dezen bestreden bepalingen van de zgn. Harmonisatiewet (Wet van 7 juli 1977, Stb. 334) in strijd acht met gerechtvaardigde verwachtingen van de betrokken studenten en derhalve met het rechtszekerheidsbeginsel — te moeten vasthouden.”
Barkhuysen schrijft met zoveel woorden dat het mogelijk maken van toetsing aan rechtsbeginselen een urgente kwestie is die niet op de lange baan mag worden geschoven als het gaat om het voorkomen, en zo nodig wegnemen, van onevenredige gevolgen van formele wetgeving voor burgers. Zoals hij schrijft, heeft de Grote Kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak de mogelijkheid om de Harmonisatiewetblokkade voor toetsing aan algemene rechtsbeginselen op korte termijn op te heffen: er ligt daar nu een zaak waarin de kwestie aan de orde is.
Lezing van genoemd Vooraf zij van harte aanbevolen. Dit Vooraf lees je HIER.