Coen Drion dicteert (foto SvS, iPhone 15 Pro Max)

 

Noviomagus.  In aansluiting op het vorige bericht op deze blog, Coen Drion en de winnaars van het Van Swaaij Cassatie JeeBee Dictee 2024, volgt thans, hieronder,  de door Coen Drion opgestelde en gedicteerde tekst van het Van Swaaij Cassatie JeeBee Dictee 2024. Hierbij zeg ik Coen Drion graag dank voor zijn toestemming om zijn tekst op deze blog te publiceren.

 

Het Hogeraads

 

Vanaf de eerste dag in de rechtsgeleerde collegebanken wordt ons verhaald van

dat machtige en prachtige instituut dat aan het hoofd staat van gans ons civiele

recht, de Hoge Raad der Nederlanden. Zoals de naam direct prijsgeeft, gaat het

om een genootschap dat wel moet zijn gehuisvest in een hemelhoog oprijzend

bouwwerk van kasseien, teneinde – als enige in den lande – te kunnen doen

waartoe het is geschapen: casseren. Dat is niet het enige voor de gemene

sterveling onbegrijpelijke woord dat daar wordt gesproken, want het instituut

beheerst een wonderlijke taal, het Hogeraads. Het Latijn vermag daarvan geen

deel uitmaken, zodat woorden als “juncto” en “sub” volstrekt verboden zijn,

met eigenlijk maar een uitzondering: het condicio sine qua non-verband, dat

volgens vast dogma moet worden verkozen boven de bijna gelijkluidende

Italiaanse variant, het conditio sine qua non-verband, die buiten het Hogeraads

doorgaans prevaleert. Deel van het Hogeraads is sinds enige decennia ook de

term “raadsheer”, die steevast wordt gebruikt om ook de vrouwelijke rechters in

de Civiele Kamer mee aan te duiden, waarmee om onduidelijke redenen de

meer onzijdige termen “raad” en “raden”, die vroeger in zwang waren, zijn

verlaten. En waar hij vindt (ja, de Hoge Raad zelf is mannelijk in het

Hogeraads) dat alle rechters geacht worden Engels, Frans en Duits in voldoende

mate te beheersen, heeft hij het zichzelf bespaard om als hoogste rechter boven

de Engelstalige Netherlands Commercial Court en de Netherlands Commercial

Court of Appeal in het Engels te moeten rechtdoen. In dat licht bezien is het

Hogeraads toch een tikje conservatief en is het minder waarschijnlijk dat er ooit

een tijd zal komen dat raden met jonge kinderen, die de taal van de straat

beheersen, het Hogeraads gaan verrijken met nieuwe termen, waardoor in de

raadkamer de uitroep zou klinken: “Waayoo, dit arrest van die sigma’s van het

hof was nu toch echt te skeer; ik stel voor het met onze patas te quashen!”