Noviomagus. Werkgeversaansprakelijkheid en medische aansprakelijkheid. Werpt ’s lands Nr. 1 van het aansprakelijkheidsrecht, Ton Hartlief, de (retorische) vraag op of een door hem geschetste aanpak van een probleem „geen wenkend perspectief” is, dan moet daar serieus over nagedacht worden.
Hartlief werpt zo’n vraag op in zijn eerste NJB-redactioneel na het zomerreces. Zijn Vooraf in de editie van het NJB van komend weekend heeft als opschrift ‘Coronaclaims in de (medische) zorg’.
Het probleem
Het probleem is tweeërlei. Ten eerste claims van zorgpersoneel richting werkgever betreffende onvoldoende bescherming tegen Covid-19 (werkgeversaansprakelijkheid). Ten tweede claims van zowel coronapatiënten of hun nabestaanden aangaande fouten bij de behandeling tegen Covid-19, als ‘gewone’ patiënten ter zake van uitgestelde zorg, verkeerde diagnoses op afstand etc. (medische aansprakelijkheid).
Steeds zullen de aangesprokenen het verweer voeren dat sprake was van een extreme toestand. Gevreesd moet worden dat dit verweer in rechte vaak gehonoreerd zal worden en dat de claimanten daarom met hun schade zullen blijven zitten.
Het volgens Hartlief wenkende perspectief
Hartlief gaat voor „een Coronafonds voor de (medische) zorgsector” ten behoeve van zorgpersoneel en zorgontvangers. Weliswaar zijn er wat hij noemt inrichtingsvragen, „maar in deze crisis hebben we al eerder steun aan serieuze uitkeringsvoorwaarden weten te verbinden.”
Lezing van het Vooraf zij van harte aanbevolen. Een link staat HIER.