Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.
Uit de eerste aflevering van Taallesjes voor juristen:
“De taallesjes van prof. mr. C.J.H. Brunner. Tijdens zijn colleges Burgerlijk Recht III gaf mijn latere promotor steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal.”
Als advocaat-stagiaire heb ik één keer hoger beroep aangetekend resp. laten aantekenen voor iemand.
Strafzaak
Dit was (dus) in een strafzaak. Het was een om niet verrichte dienst voor een advocaat in Zeeland wiens cliënt door de Haagse Rechtbank (strafkamer) veroordeeld was. In een strafzaak ga je naar de griffie van de betreffende rechtbank en daar laat je (letterlijk) aantekenen dat de veroordeelde in hoger beroep gaat.
Civiel appèl
Hoger beroep aantekenen in een civiele zaak … Het doet pijn aan oog en oor. Toch lees en hoor ik het veel te vaak.
Immers, in civiele zaken heb je geen griffie nodig om hoger beroep in te stellen. Hoger beroep wordt ingesteld met een dagvaarding (appèlexploot) of met een beroepschrift. En daar komt geen aantekenen van hoger beroep (ter griffie) aan te pas. Wat betreft het beroepschrift gaat het erom dat dit stuk ingediend wordt bij de griffie van het betreffende hof. Maar ook dan is het geen hoger beroep aantekenen.
Hoger beroep instellen / in hoger beroep gaan
In civiele zaken stellen wij hoger beroep in, appelleren we, gaan we in hoger beroep of in appèl.