Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ) steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

Modigliani.2

Modigliani

Dat ik aandacht besteed aan het gebruik van de Nederlandse taal, impliceert niet dat ik ‘dus’ altijd perfect zou schrijven. Zo schreef ik eerder op deze weblog dat de NJ in 1913 voor het eerst het levenslicht zag. Ik kreeg daarop de alleszins begrijpelijke  en naar het mij toeschijnt ook terechte reactie dat de woordjes  “voor het eerst” ongelukkig waren.

Plezante bijeenkomst

Afgelopen week sprak ik op een plezante bijeenkomst iemand die jarenlang advocaat en compagnon was op een prestigieus kantoor en die thans een dito rechtsprekende functie vervult. Hij vertelde me niet alleen dat hij met plezier op  deze weblog de Taallesjes voor juristen leest, maar gaf ook een voorbeeld van een fout die geregeld gemaakt wordt. Die fout zie ik eveneens geregeld gemaakt worden.

Brief overlegd

Te vaak namelijk lees je in een processtuk dat een betreffende brief reeds als productie “overlegd”  is. Wie zoiets opschrijft, miskent dat het (onderstreping toegevoegd) “overgelegd”  is, en heeft blijkbaar niet even met een kantoorgenoot overlegd. Hier staat een prima (nadere) uitleg.

N.B. Een link naar het vorige taallesje (nr. 4) staat HIER.