Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ) steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

6Z2A7559 - - van Swaaij Cassastie & Consultancy - cassatieadvocaat - cassatie advocaat

Foto Rob van de Peppel

 

In dit vierde deel uit deze rubriek staan drie taalkundige ‘missers’ centraal.

1. Met zich meebrengen

Niet zelden lees je (bijvoorbeeld): “Dit arrest van de Hoge Raad brengt met zich mee dat …”.

Het is evenwel van tweeën één. Ofwel het arrest brengt met zich, ofwel het arrest brengt mee. In de hiervóór gegeven voorbeeldzin derhalve moeten resp. moet daarom geschrapt worden ofwel de woordjes “met zich”, ofwel het woordje “mee”.

2. ‘Populaire’ constructie

Een constructie die je ook vaak ziet is (bijvoorbeeld) deze: “Eenmaal op kantoor leest Jan binnengekomen faxen en haalt koffie.”

Tussen de woordjes “haalt” en “koffie” moet Jan” resp. “hij” staan. Dit wordt manifest niet alleen als je (uit de laatste voorbeeldzin) schrapt  “{…} leest Jan binnengekomen faxen en {…}”, maar ook zodra je onderkent dat een dergelijke constructie alleen op papier pleegt voor te komen.  

3. Dit gedrag kwalificeert als onrechtmatig?

De rechter in zijn vonnis kwalificeert een gedraging al dan niet als onrechtmatig. In menig proefschrift wordt echter, bijvoorbeeld, het volgende geschreven ‘de gedraging kwalificeert als onrechtmatig’. Dat is fout. Correct taalgebruik is (bijvoorbeeld) dat Nederland zich kwalificeert voor het WK in Brazilië. Een gedraging kwalificeert niet als onrechtmatig. Een jurist kwalificeert haar al dan niet als zodanig.

J.L. Heldring

Ten slotte een attendering. Het betreft een mooi stuk op de site van het Genootschap Onze Taal over J.L Heldring en wat hij had met taal. De link staat hier.

Het vorige taallesje voor juristen (deel 3, versie 2.0)

N.B. Een link naar het vorige deel in deze serie staat HIER.