Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek,Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.
FOTO
Noviomagus. De griffier van de Hoge Raad vestigde op LinkedIn de aandacht op een vacature en schreef: „Ik breng hem daarom graag onder de aandacht!” Fout, want functie is vrouwelijk. Daarom had de griffier ‘haar’ en niet „hem” moeten schrijven.
In een vonnis lees ik: „In de dagvaarding heeft ” X „een collectieve actie ingesteld {…}”. Ik zou schrijven ‘Met (het uitbrengen van) de dagvaarding is X een collectieve actie begonnen’.
In hetzelfde vonnis lees is: „De staat stelt deze voorwaarden omdat zij {…}”. De staat is mannelijk en daarom is het niet ‘zij’, doch hij.
Art. 34g, aanhef en letter b, van de Wet op de rechtsbijstand bepaalt dat tenzij zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten, de toevoeging met terugwerkende kracht ingetrokken wordt, indien (onderstreping SvS): „op het moment van de definitieve afhandeling van de zaak waarvoor die toevoeging was verleend de rechtzoekende als resultaat van die zaak een vordering met betrekking tot een geldsom ter hoogte van tenminste 50% van het drempelbedrag, genoemd in artikel 9.4a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft.” Fout, want ’tenminste’ betekent althans. Er had derhalve moeten staan ’ten minste’ (dus: met een spatie ertussen).
Niet zelden lees ik in een memorie van grieven dat appellant het betreffende hof vraagt om ‘opnieuw recht te doen’. Dat zou ik niet schrijven in een memorie van grieven. Immers, appellant vindt dat hem de rechter in eerste aanleg géén recht gedaan heeft. Daarom wil hij dat het hof niet opnieuw, doch alsnog recht doet.
Art. 139 Rv bepaalt (onderstreping SvS): „Indien de gedaagde niet op de eerste of op een door de rechter nader bepaalde roldatum in het geding verschijnt dan wel verzuimt advocaat te stellen of, indien verschuldigd, het griffierecht niet tijdig voldoet hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, verleent de rechter verstek tegen hem en wijst hij de vordering toe, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt.” Verstek verlenen tegen? Je verleent iets aan iemand, zoals toestemming of verlof.
In een recente conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad lees ik dat de besproken internationale regelingen „allen” van iets uitgaan. Fout, want er had ‘alle’ moeten staan.
In het kader van een overzicht van de stand van de relevante jurisprudentie lees ik in dezelfde conclusie : „Tenslotte veroordeelden de rechtbank Oost-Brabant en de rechtbank Dordrecht een partij tot vergoeding van {…}schade over {…}”. Er had een spatie tussen ’ten’ en ‘slotte’ moeten staan.
In een schriftelijke toelichting lees ik dat een arrest de rechtsvraag betreft of „contractueel kan worden overeengekomen dat”. Het woordje ‘contractueel’ zou ik niet opschreven hebben, want dat levert een pleonasme op.
In een schrijven van een commerciële organisatie die in het kader van de Permanente Opleiding cursussen in het buitenland organiseert, wordt de lezer geadviseerd om „uw reis pas te gaan boeken zodra u van ons heeft vernomen dat de cursus daadwerkelijk definitief doorgaat! “. Dat ‘daadwerkelijk definitief’ lijkt me dubbelop.
Een link naar de vorige aflevering van deze veelgelezen rubriek staat HIER.