Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek,Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.
Noviomagus. Juristen moeten zodanig formuleren, dat de formulering niet voor tweeërlei (of zelfs meerdere) uitleg vatbaar is. Taalkundig moet de formulering slechts op één wijze opgevat kunnen worden. Ook een onwelwillende lezer moet haar niet anders dan op die wijze kunnen verstaan. Dat een tekst voor tweeërlei uitleg vatbaar is, kan verschillende redenen hebben. Drie voorbeelden.
Wanneer precies wat?
De openingszin van een e-mail die ik vorige week las, luidt als volgt: „Eind volgende maand verwacht ik mijn stageverklaring te behalen.” Verwachtte de afzender van die e-mail niet reeds vorige week dat hij die stageverklaring zal behalen? Verwacht hij pas volgende maand dat hij die verklaring behaalt? En verwacht hij dan dat hij diezelfde maand die verklaring heeft of verwacht hij volgende maand dat hij pas ergens in de loop van dit dan wel (pas) volgend jaar die verklaring heeft? (Zo lees ik ook vaak dat een bepaalde promovendus op bijvoorbeeld 1 juni hoopt te promoveren, maar volgens mij hoopt de doctorandus thans dat hij op 1 juni doctor is en hoopt hij niet pas op 1 juni dat hij in wat dan nog de toekomst is doctor is.)
Is er maar één van?
In een conclusie (§ 4.36) van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad lees ik: „Indien geoordeeld zou worden dat over de uitleg van het bestuurdersbegrip wel gerede twijfel mogelijk is, dienen prejudiciële vragen gesteld te worden aan het BenGH en/of het HvJEU – naar ik meen is in dit geval dan het Luxemburgse Hof dan het meest praktisch.” Welk Hof in Luxemburg is het meest praktisch? De opsteller van die conclusie miskent dat zowel het BenGH als het HvJEU gevestigd is in Luxemburg. Door die miskenning is de conclusie hier niet slechts voor één uitleg vatbaar.
Term met meerdere betekenissen
Maar al te vaak lees ik in een uiteenzetting van een jurist dat de Hoge Raad een bepaalde redenering van een gerechtshof ‘sanctioneerde’. In mijn teksten bezig ik niet de term ‘sanctioneren’. Want in Van Dale lees je bij ‘sanctioneren’ niet alleen „1 sanctie verlenen aan” en (als synoniem) „ goedkeuren, bekrachtigen” , maar ook „3 aan een sanctie onderwerpen” en (als synoniem) „bestraffen”.
Petitum
Een jurist moet zich bij de beoordeling van een concept van een tekst er steeds van vergewissen dat deze niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is.
Een link naar de vorige aflevering van deze veelgelezen rubriek staat HIER.
Reacties
Martin Wijsman
Geachte heer Van Swaaij,
Sinds ik vorig jaar hoorde van uw ‘Taallesjes voor Juristen’, lees ik afleveringen hiervan met veel interesse. Hierbij geef ik graag blijk van mijn positieve waardering voor deze blog van u. Ik ben jurist met – al zeg ik het zelf – meer dan gemiddelde affiniteit met de Nederlandse taal.
In aflevering 92 zegt u dat juristen zodanig moeten formuleren dat de formulering niet voor tweeërlei (of zelfs meerdere) uitleg vatbaar is. ‘Tweeërlei’ betekent ‘van twee soorten’; ‘meerdere’ heeft de betekenis ‘meer dan één’. ‘Meerdere’ hoeft niet te refereren aan twee, het kan dit wel. Alleen hierom is ‘meerdere’ hier naar mijn smaak een minder gelukkige keuze. Ik vraag mij af of uw formulering een tautologie is. Strikt genomen is dit misschien niet het geval, maar het heeft er wel de schijn van.
In de kop staat een ‘n’ te veel (dubbelzinning in plaats van dubbelzinnig). Ook viel mij op dat in de kop juristen met een hoofdletter staat. Ik zou dit woord met een kleine ‘j’ schrijven, behalve natuurlijk aan het begin van een zin.
Met vriendelijke groet,
mr. M.A.C.M. (Martin) Wijsman