Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek,Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.
Noviomagus. Het stemt me tot droefheid dat ook in uitspraken van de overheidsrechter taalfouten gemaakt worden. Zo lees ik in een arrest van een gerechtshof dat appellante geen voldoende concrete stellingen heeft gedaan die, indien bewezen, tot een ander oordeel kunnen leiden. Fout. Een stelling ‘doe’ je niet, maar betrek of poneer je.
Zo ook lees ik in een arrest van een ander hof dat X c.s. tegen het betreffende vonnis van de voorzieningenrechter hoger beroep aangetekend hebben. Fout. Tegen een vonnis wordt geappelleerd of hoger beroep ingesteld. In civiele zaken is geen sprake van ‘hoger beroep aantekenen’. Te dezen zij verwezen naar Aflevering 15 van deze rubriek.
Zo voorts lees ik te vaak in een door een hof gewezen arrest dat iets met zich meebrengt. Iets echter brengt met zich of brengt mee.
Exequatur
In een dagvaarding lees ik dat de betreffende voorzieningenrechter de exequatur verleend heeft. Fout. Want het is het exequatur, niet ‘de’ exequatur.
Rechtsopvatting over art. 348 Rv?
In rov. 3.4.3 van HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141 (Goglio) gaat het over een gedekt verweer:
„Het oordeel van het hof dat het verweer van Goglio, inhoudende dat de termijn van 60 dagen pas op 26 maart 2013 is aangevangen, een gedekt verweer is nu namens haar ondubbelzinnig en expliciet is erkend dat zij te laat had betaald, berust op de uitleg die het hof, mede tegen de achtergrond van de hiervoor in 3.4.2 vermelde stellingen, aan Goglio’s verklaring ter comparitie in eerste aanleg heeft gegeven. Die uitleg komt erop neer dat Goglio het in hoger beroep gevoerde verweer dat de 60-dagentermijn pas op 26 maart 2013 was aangevangen zodat zij niet te laat had betaald, met deze verklaring ondubbelzinnig had prijsgegeven doordat zij ondubbelzinnig en expliciet heeft erkend dat zij te laat had betaald. Deze uitleg is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt en kan daarom in cassatie niet op juistheid worden onderzocht. Het oordeel van het hof geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot art. 348 Rv, is in het licht van voormelde stellingen en van de ter comparitie in eerste aanleg afgelegde verklaring niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering. De tegen dit oordeel gerichte klachten falen.”
Intrigerend is de laatste volzin van het zojuist geciteerde: ‘rechtsopvatting met betrekking tot art. 348 Rv’. Strakker is het om te schrijven opvatting over art. 348 Rv. Immers, heb je het over art. 348, dan het je het (dus) over het recht. Daarom is ‘rechtsopvatting over art. 348 Rv’ iets als het groene gras (pleonasme). Bedenk hierbij dat het in een uitspraak van de Hoge Raad niet gaat over bijvoorbeeld het antwoord op de vraag of hetgeen een wetsbepaling tot uiting brengt wel mooi verwoord is. (Een opvatting over deze vraag is geen rechtsopvatting.)
Voorts ben ik er een warm voorstander van om zo min mogelijk ‘met betrekking tot’ te schrijven. In die laatste volzin was over strakker, want korter geweest.
Relevante feiten?
In menig processtuk staat het kopje ‘Relevante feiten’. Dat is zakkig. Immers, het is nogal wiedes dat gestelde feiten volgens (de advocaat van) de partij om wier processtuk het gaat relevant zijn. Wie stelt er irrelevante feiten? Beter derhalve is het kopje ‘Feiten’.
In de loop der tijd?
Niet zelden wordt geschreven ‘in de loop der tijd’. Fout. Het gaat om een germanisme (in die zin dat iets verkeerd uit het Duits overgenomen is). Immers, het woord tijd is mannelijk. Het moet daarom zijn in de loop des tijds’ (net als de tand des tijds). Het Duitse woord ‘Zeit’ is (echter) vrouwelijk. Daarom is het: ‘im Laufe der Zeit’.
Onder meer of anderen?
Op de website van CPO (Webinars arbeidsrecht) wordt vermeld „met onder meer Femke Laagland”. In plaats van ‘onder meer’ zou ik schrijven onder anderen of onder wie. Dat is verzorgder.
Zijn of haar?
In een op 10 februari 2021 gedateerde brief (nr. 2021-0000028131), blz. 4, van de toenmalige minister Koolmees aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal valt te lezen:
„De inrichting van de webmodule is dus reeds in lijn met wat de Hoge Raad hierover heeft bepaald in haar arrest.” Fout. Immers, het woordje ‘raad’ is mannelijk, en daarom is het zijn en niet ‘haar’ arrest.
Vorige aflevering van deze taalrubriek
Een link naar de vorige aflevering van deze veelgelezen rubriek staat HIER.