Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ) steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

 

Foto8Deel 1 van Taallesjes voor juristen  dateert van 5 maart jl. en gaat onder meer over de taallesjes van (wijlen) prof. mr. C.J.H. Brunner  (vooral bekend als NJ-annotator  CJHB).

Onder het hoofdje “Taallesje voor juristen”  zal op deze Blog aandacht besteed (blijven) worden aan – in de ruimste zin des woords – het gebruik van de taal door juristen. Daarbij zal het niet alleen gaan om correct en incorrect taalgebruik, doch (vooral) ook om stijl en voorkeuren.

De heer De Vries geeft aan dat hij het er niet mee eens is?

Ik vind het mooier om te schrijven dat heer De Vries “te kennen geeft”  dat hij het er niet mee eens is. In de Van Dale staat bij het werkwoord “aangeven”  ook vermeld:

“{…} 1. overgeven (1,1), aanreiken: een boek aangeven; (voetb.) (de bal) aangeven, toespelen {…}”.

Menig advocaat schrijft dat Jan al aangaf dat betaald moet worden en dat Piet weliswaar aangeeft dat hij niets verschuldigd zou zijn, maar dat de rechter in zijn vonnis aangegeven heeft dat het contract niet nietig is. Fraai taalgebruik vind ik het niet. Jan stelt (zich op het standpunt) dat, Piet voert als verweer dat, en de rechter oordeelt dat.

Maar is “aangeven” ook echt fout?

Het is echter niet incorrect om te schrijven dat de heer De Vries  “aangeeft”  dat hij er niet mee eens is, als wij op de Van Dale afgaan. Hier leest men namelijk (wederom bij genoemd werkwoord):

“{…} 2 ter  nadere kennis van een ander brengen, er een voorstelling van geven, veelal met de bijbedoeling, dat de ander er zich naar richten zal: de hoofdtrekken koers van iets aangeven, bepalen of zeggen welke koers men sturen moet, de toon aangeven {…}”.

Ten slotte: het gerechtsbestuur is van mening dat zij?

Ook op het hoogste niveau worden storende taalfouten gemaakt. Op de website van de Hoge Raad tref je zo’n misser aan.