(Versie 2.0 bevat een toevoeging: Hugentholtz/Heemskerk)
Uit de eerste aflevering van Taallesjes voor juristen:
“De taallesjes van prof. mr. C.J.H. Brunner. Tijdens zijn colleges Burgerlijk Recht III gaf mijn latere promotor steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal.”
Hoger beroep
In de eerste officiële woordenlijst van het Nederlands (Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche Taal van De Vries en Te Winkel, 1863) staat “appèl”.
Toen ik in 1999 te Den Haag begon als advocaat schreef je “appèl” volgens het Groene boekje.
Later werd het Groene boekje gewijzigd. Sindsdien is het wat betreft het Groene boekje “appel”.
Misplaatst conformisme
Vind het werkelijk wonderlijk dat zovelen sindsdien, ofschoon zij doelen op hoger beroep, “appel” schrijven.
“Appel” in de zin van hoger beroep immers klinkt toch echt anders dan “appel” in de zin van een stuk fruit.
Advocaten
Advocaten zijn niet verplicht om te schrijven volgens de spelling van het Groene boekje.
Dit is slechts anders voor de Cohen-advocaat die in loondienst werkt voor (bijvoorbeeld) een ministerie of een gemeente, want zo’n Cohen-advocaat is ambtenaar. Terzijde: heb nooit geloofd in de Cohen-advocaat, de ‘advocaat’ die zijn baas als enige cliënt heeft (en, geloof ik, geen, laat staan gewoon, verschoningsrecht heeft).
Bovendien moet een advocaat eigenzinnig en dwarsig zijn. Ook daarom is het goed om niet klakkeloos het Groene boekje te volgen.
Neerlandici en taalverschraling
Appèl. De taal is te belangrijk om aan Neerlandici over te laten. Die lieden die verantwoordelijk zijn voor het verdwijnen van “appèl” uit het Groene boekje, staan voor een niet functionele verschraling van het Nederlands.
Het Witte boekje
Volgens het Witte boekje is er niets mis het schrijven van appèl. Een link naar het Genootschap van Onze Taal staat HIER.
Hugenholtz/Heemskerk
Gelukkig wordt “appèl” geschreven in het befaamde Hugenholtz/Heemskerk (Hoofdlijnen van Nederlands Burgerlijk Procesrecht, 23e druk, 2012).
In zijn dissertatie (Het civiele hoger beroep (ondertitel: Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de functie van het hoger beroep in burgerlijke zaken)) schrijft ook Hovens gewoon “appèl”.
Reacties
Willem Wunderink
Komisch, zoals zo vaak gaat de discussie bij de puristen vaak over technische details, terwijl iedereen weet dat niet de taal maar de communicatie het allerbelangrijkst is. Taal’deskundigen’ spannen zoals gewoonlijk weer het paard achter de kar.
Dus natúúrlijk allemaal gewoon appel schrijven, als je het fruit bedoelt tenminste. Maar appèl als je appèl bedoelt: dan kunnen de ontvangers het bij de eerste keer meteen lezen én begrijpen, en hoef je nooit iets uit te leggen. En dáár gaat het om in de communicatie; taal is het middel, niet het doel!
De spijker op z’n kop, Sjef van Swaaij.
Rutger Sark
Amice,
In het Frans is het ook “appel” – ik gebruik aanhalingstekens omdat schuinschrift bij het plaatsen van een reactie niet mogelijk is. Het is mij dan ook een raadsel waar die accent grave vandaan is gekomen. Wij schrijven toch ook gewoon kartel en niet kartèl? Het is ook appelleren en niet appèlleren. Dus wees niet eigenwijs en volg wel het Groene Boekje (beide woorden met hoofdletters!); er kan immers nooit enig misverstand bestaan over de vraag of de schrijver hoger beroep of de vrucht van de appelboom bedoelt en zo dat toch het geval is, verdient het aanbeveling een accent aigu te gebruiken: dus appél en niet appèl). Maar verder: dank voor deze wijze taalles. Ga daar vooral mee door!
Met beste groet,
Rutger Sark
PS Hoewel het juist is dat advocaten niet verplicht zijn om het Groene Boekje te volgen, verdient het wel aanbeveling dat een ieder die schrijft de officiële spelling van de Nederlandse Taalunie hanteert. Dat is niet alleen voor de uniformiteit van het taalgebruik te onzent bevorderlijk maar het dient ook het gemak voor degenen die wel verplicht zijn het Groene Boekje te volgen: rechterlijke instanties met name. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat teksten van advocaten en andere juristen taalkundig correct en begrijpelijk zijn geschreven.