Noviomagus. Rechtspraak.nl bestaat al jaren. Wie een daarop gepubliceerd arrest van een gerechtshof bestudeert, zal bemerken dat degenen die dit arrest gewezen hebben daarin de meestertitel voeren. Zo pleegt aan het einde van een door een hof gewezen arrest te staan:
„Dit arrest is gewezen door mrs. [voorletter(s) en achternaam], [voorletter(s) en achternaam], en [voorletter(s) en achternaam].”
Uiteraard is daar niets mis mee. Soms zie je ook dat voor iedere naam afzonderlijk de meestertitel staat:
„Dit arrest is gewezen door mr. [voorletter(s) en achternaam], mr. [voorletter(s) en achternaam], en mr. [voorletter(s) en achternaam].”
Hoe is dat in arresten van de Hoge Raad?
Misschien is het wel chic. In een arrest van de Hoge Raad wordt voor de namen van degenen die het gewezen hebben niet de meestertitel geplaatst.
Zo wordt in een in oktober 2001 gewezen arrest (LINK) vermeld:
„Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H.J. Mijnssen als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 oktober 2001.”
Zo voorts wordt in een in april jl. gewezen arrest (LINK) vermeld:
„Dit arrest is gewezen door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 19 april 2019.”
De meestertitel wordt in arresten van het cassatiecollege evenmin geplaatst voor de naam van de betreffende advocaat-generaal. Zo wordt in dat arrest van april jl. vermeld dat de conclusie van „Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent” strekt tot vernietiging van de betreffende arresten van het Haagse Hof. Zo ook wordt in dat arrest uit 2001 geëxpliciteerd dat de conclusie van „de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense” strekt tot verwerping van het beroep.
Maar is de Hoge Raad consequent?
Het is niet ongerechtvaardigd om de vraag op te werpen of het consequent is dat de Hoge Raad voor de naam van de betreffende cassatieadvocaat wèl de meestertitel plaatst. Zo wordt in beide arresten op de eerste bladzijde bij de partij die het cassatieberoep ingesteld heeft vermeld: „advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij”.
Waarom wordt in arresten van de Hoge Raad uitsluitend voor de naam van de betreffende advocaat bij de Hoge Raad de meestertitel geplaatst en wordt deze titel niet geplaatst voor de naam van de betreffende advocaat-generaal en voor de namen van degenen die het betreffende arrest gewezen hebben?
Is het niet van tweeën één?
Mij schijnt het toe dat het van tweeën één is. Ofwel voor alle namen (leden van de Hoge Raad, advocaat-generaal en advocaat bij de Hoge Raad) wordt de meestertitel geplaatst, ofwel voor geen van deze namen wordt deze titel geplaatst.
Reacties
Mr. Emin Schijlen
Is het een van tweeën één, of wordt iets wat indrukwekkend lijkt echter een nietszeggend iets ;) Hetgeen lijkt in 1e instantie en ook in 2e instantie, blijkt echter iets heel anders te zijn, let wel: zonder dat men het in de gaten heeft. Althans de meesten in ons nationaal rechtsmodel…