Noviomagus. Op tweede Kerstdag dineerde ik te Groningen met mijn lieve familie, waar mijn oudste zus woont. Geschenken gingen van hand tot hand. Aan mij werd geschonken het nieuwste boek van de Groningse dichter Jean Pierre Rawie: Mijn ouders hadden één kind en een dochter.
Hem ken ik nog uit de tijd dat ik in Groningen mijn proefschrift voorbereidde. In het kader van de viering van het 250-jarig bestaan van het Groninger juristengenootschap Pro Exclolendo Iure Patrio – het is ’s werelds oudste juristengenootschap, opgericht in 1761 MEER – waren Rawie en ik in 2011 beiden in Rome. Daar droeg hij voor een gezelschap van ongeveer zestig uit Nederland (met name Groningen) overgekomen juristen een speciaal voor die gelegenheid door hem geschreven gedicht voor.
Intussen heb ik al met veel plezier gelezen in dit nieuwe boek van Jean Pierre Rawie. Het is werkelijk pràchtig. Zoals op de achterflap onder meer geëxpliciteerd wordt, beschrijft de dichter in dit weemoedig makend boek zijn bewogen leven, haalt hij er herinneringen op aan lang vervlogen tijden, en behandelt hij er tevens ontwikkelingen in de wereld van nu, die hij in elegante woorden bespreekt en soms fileert. Naar ik bemerk, schrijft Rawie in dit boek mooie, korte alsmede herkenbare stukken en verwoordt hij het allemaal schitterend. Lezing van dit boek zij van harte aanbevolen.