Noviomagus. Voor de rechtspraktijk is het vermogensrecht (verreweg) het belangrijkst. Dat pleit ervoor om de fraaie Voorafs in het NJB (veel) vaker dan thans het geval is over het vermogensrecht te laten gaan.
En organisatorisch dan?
Organisatorisch zal dat best lastig zijn. De Voorafs worden namelijk uitsluitend en in beginsel op toerbeurt geschreven door leden van de NJB-redactie, terwijl in deze redactie slechts twee leden zitten die het vermogensrecht beoefenen – Coen Drion en Ton Hartlief. Zij schrijven de enige Voorafs die over vermogensrechtelijke onderwerpen gaan. Dat doen zij fantastisch. Beiden hebben het echter ongetwijfeld hartstikke druk – Drion is advocaat-partner bij een internationaal kantoor en Hartlief is advocaat-generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar, waarbij nog dat alleszins voor de hand liggende ’toerbeurt’-principe komt.
De oplossing
De oplossing dringt zich echter op. Versterk de NJB-redactie gewoon met nog een derde civilist. Met een derde civilist neemt het aantal Voorafs van vermogensrechtelijke aard al toe met 50%. En het lijkt me geen enkel probleem om iemand voor zo’n prestigieus redacteurschap te vinden.
Reacties
Tom
Daar is alleen geen speld tussen te krijgen indien de derde civilist die ‘gewoon’ de redactie komt versterken één van de niet-civilisten in de redactie vervangt. Het ‘versterken’ van de redactie is dan maar betrekkelijk, omdat het ene redactielid wordt vervangen voor het andere. Als dat inderdaad uw oplossing is, dan lijkt het me wel zo fair om aan te geven wie van de zittende redactieleden dan wat u betreft in aanmerking zou komen voor vervanging. Als uw oplossing niet is om één van de zittende redactieleden te vervangen, maar om de redactie daadwerkelijk te ‘versterken’ met een extra (vermogensrechtelijk georiënteerd) lid, dan neemt het aantal vermogensrechtelijke Voorafs niet toe met 50%, maar met 31.25%.
Sjef van Swaaij, advocaat bij de Hoge Raad - civiele cassatie
Ik geloof dat u zich vergist. Ik schreef immers slechts: „Met een derde civilist neemt het aantal Voorafs van vermogensrechtelijke aard al toe met 50%.” Daar is geen speld tussen te krijgen.
Tom
Juristen staan niet overal bekend als sterke rekenaars, maar dat ontslaat ons niet van de verplichting scherp te zijn op cijfers. Deze kon ik zelf oplossen: het verschil tussen 2/7 en 3/8 is geen 50%, maar ongeveer 31.25%.