Noviomagus. Deze week verneem ik uit een landelijke krant dat hier ter stede prof. mr. J.C.M. Leijten, oud-Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, overleden is. In mijn tijd als AIO heb ik hem eens zien en horen spreken voor een groep promovendi. Hij had (uiteraard) een goed verhaal.
Verder ken ik Leijten alleen – een klein beetje – via zijn werk. Ik vind dat hij de dingen fraai kon verwoorden.
Leijten over afstand van recht
Als Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad schreef hij in de conclusie voor HR 18 april 1986, NJ 1987, 480:
“Een recht prijsgeven behoort niet tot de normale menselijke manieren van doen. De meeste mensen staan op hun recht en dan loopt het niet gemakkelijk weg.”
Leijten en de sprong van Paul Scholten:
In 2010 schreef Leijten in een stuk in het NJB (blz. 925):
“{…} dat rechtspraak in laatste instantie heel vaak gaat over de sprong. Omdat rechters mensen zijn, die beroepshalve dikwijls moeten springen, is het recht en is de rechtspraak een onrustig bezit.”
De Glorie van het recht
En dan zijn er de fraaie essaybundels van Leijten, zoals als De glorie van het recht. Enkele van die bundels staan mij thuis in de boekenkast. De essays heb ik met plezier gelezen.