Noviomagus. In de editie van het Nederlands Juristenblad van afgelopen weekend staat een Vooraf van Ton Hartlief. Contractsvrijheid is een hoeksteen van ons burgerlijk recht. Vertrekpunt is dat partijen alles mogen afspreken wat zij willen. De rechter toetst in beginsel niet of de prestaties van partijen met elkaar in evenwicht zijn. Hartlief constateert in zijn Vooraf dat op de energiemarkt de contractsvrijheid drastisch ingeperkt is. De overheid heeft voor huishoudens maximumprijzen ingesteld voor de eerste 1.200 m3 gas en de eerste 2.400 kWh elektriciteit per jaar. Voor het overige zijn energieafnemers (vooralsnog) overgeleverd aan de grillen van de markt. Kan de rechter ingrijpen? Art. 6:258 BW – op grond waarvan de rechter een overeenkomst kan wijzigen of ontbinden wegens onvoorziene omstandigheden – zal vermoedelijk geen soelaas kunnen bieden, nu volgens de heersende opvatting prijsschommelingen reeds verdisconteerd zijn. Is het denkbaar, zo vraagt Hartlief zich af, dat de rechter in deze crisis- en oorlogstijd zich wél een oordeel gaat vormen over de rechtvaardigheid van in rekening gebrachte prijzen? Volgens Hartlief valt dit niet uit te sluiten. Lezing van het Vooraf zij van harte aanbevolen. Een link naar het Vooraf staat HIER.