Noviomagus. In het Vooraf van het NJB van komend werkend staat een door Coen Drion geschreven Vooraf. Daarin wijst hij erop dat in business to business-gevallen weliswaar bijna ons gehele contractenrecht van regelend recht is, maar dat er door recente ontwikkelingen (wat) minder regelend recht is dan voorheen.
-Dit allereerst door de Franchisewet, die het BW aldus gewijzigd heeft dat hierin thans art. 7:922 BW bepaalt:
„Ten aanzien van in Nederland gevestigde franchisenemers geldt dat van het bepaalde bij deze Titel niet ten nadele van hen kan worden afgeweken en dat een beding in strijd met artikel 920 nietig is, ongeacht het recht dat de franchiseovereenkomst beheerst.”
Ook wijst Drion op een andere nieuwe wet, de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen. die dwingend recht bevat ter bescherming van – ook grote – leveranciers tegen de inkoopmacht van grote supermarktketens.
Weliswaar is er in Nederland (nog) geen ontwikkeling over de gehele linie naar meer regels van dwingend recht in B2B-gevallen. Maar zulke ontwikkelingen zijn er wèl in het buitenland. Drion werpt de vraag op of het wenselijk is dat ons Nederlandse B2B-recht eenzelfde kant opgaat. Deze vraag beantwoordt hij in ontkennende zin.
Lezing van voornoemd Vooraf zij van harte aanbevolen. Een link staat HIER.