Bepaalt het eerste lid van 430 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat grossen van in Nederland gewezen vonnissen en beschikkingen van de Nederlandse rechter en van In Nederland verleden authentieke akten alsmede andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken in geheel Nederland ten uitvoer gelegd kunnen worden, het tweede lid van dit wetsartikel bepaalt:
“Zij moeten aan het hoofd voeren: In naam des Konings.”
Is “In naam van de Koning” beter?
Rond de troonswisseling las ik in de krant dat de wet in die zin aangepast zou gaan worden, dat voortaan aan het hoofd gevoerd zou moeten worden: “In naam van de Koning” . Dat zou moderner zijn.
Mij schijnt het toe dat zo’n wetswijziging helemaal niet nodig is. Ik vind het wel iets plechtigs hebben voor op een grosse: In naam des Konings. En taalkundig gezien is er niets mis mee: gewoon tweede naamval. Een mooi onderwerp voor een komend taallesje voor juristen.
Reacties
Michael Eulenhaupt
In Duitsland is er sinds een aantal jaren een slagzin/citaat voor dat verschijnsel: http://www.google.nl/#output=search&sclient=psy-ab&q=%22der+dativ+ist+dem+genitiv+sein+tod%22&oq=%22der+dativ+ist+dem+genitiv+sein+tod%22&gs_l=hp.12..0l4.9126.24725.0.26910.4.4.0.0.0.0.245.688.0j3j1.4.0…0.0…1c.1.16.psy-ab.ogdD2av9tqw&pbx=1&bav=on.2,or.r_qf.&bvm=bv.47534661,d.Yms&fp=8edc43e904db097d&biw=1400&bih=888
Correct zou het moeten heten: “Der Dativ ist des Genitivs Tod”. Vrij vertaald: “Door voortdurend gebruik van de derde naamval verdwijnt de tweede langzamerhand”.