Tijddruk
Voornoemd gegeven impliceert dat het instellen van cassatieberoep op de laatste dag van cassatietermijn beslist geen uitzondering is, integendeel. Het schijnt mij toe dat het reeds vóór die dag instellen van cassatieberoep wel eens uitzondering zou kunnen zijn. Anders dan aan de kant van degene die in cassatie gedagvaard wordt, is het geen pesterijtje om ‘uitgerekend op de laatste dag nog het cassatieberoep in te stellen’.
Wie een goed lopende cassatiepraktijk heeft, komt er al gauw niet aan toe om reeds geruime tijd voor het verstrijken van de cassatietermijn het cassatiemiddel gereed te hebben. Er zijn namelijk nogal wat andere besognes, zoals het geven van cassatieadviezen, het opstellen van schriftelijke toelichtingen, het concipiëren van een cassatiemiddel in een zaak waarvan de cassatietermijn al weer eerder zal verstrijken en wat dies meer zij. En dit concipiëren is zeer ambachtelijk werk. Het vergt bepaaldheid en precisie, goede beheersing van de semantiek en een goede dossierkennis. Bovendien is het een kwestie van telkens bijschaven, aanvullen, schrappen, lay-out, herformuleren en soms ook herstructureren. Wie de vorm beheerst, is de inhoud meester. Deze gevleugelde woorden van Frits Bolkestein zijn hier volkomen op hun plaats.
Bovendien is het onder tijddruk nu eenmaal beter en efficiënter werken. Iedere of vrijwel iedere advocaat zal dat kunnen beamen.
Al weer het tweede dit jaar ingestelde cassatieberoep
Zojuist heeft Joost Moorman, die deze week beëdigd wordt bij de Rechtbank van het arrondissement Gelre, telefonisch van de betreffende deurwaarder vernomen dat een cassatiedagvaarding waarop ik vermeld sta als advocaat bij de Hoge Raad overeenkomstig art. 63 Rv betekend is. Over de inhoud van de zaak zal ik thans uiteraard geen mededelingen doen.
Het is intussen reeds de tweede keer van deze januarimaand dat ik in een civiele dagvaardingszaak cassatieberoep ingesteld heb.
Sinds 1 juli 2024 is Joost Moorman niet meer werkzaam bij VSCC.