Zicht vanuit kantoor op de Groesbeekseweg (foto SvS, iPhone 16 Pro Max)

Noviomagus. In het NJB van afgelopen weekend, de eerste editie van dit jaar, staat een Vooraf van Ton Hartlief met als opschrift ‘Woord en daad’. Daarin vestigt Hartlief er de aandacht op dat het dit jaar, 2025, honderd jaar geleden is dat de eerste editie van het NJB verscheen, namelijk in november 1925. Zoals Hartlief vermeldt, schreef enig redacteur J.C. van Oven in die editie dat het de bedoeling was dat het NJB een algemeen weekblad zou zijn voor alle Nederlandse rechtsbeoefenaars in de ruimste zin des woord, en constateerde Van Oven dat vorming en werkkring van „Nederlandsche rechtskundigen veel minder gedifferentieerd” was „dan thans: elk jurist was een all-round jurist.”

 

Mij intrigeert al meteen de term all-round jurist. Want als advocaat bij de Hoge Raad, die optreedt in zaken die behandeld en beslist woorden door de eerste, civiele kamer van de Hoge Raad, ben ik, althans in zeker opzicht, ook een all-round jurist. Weliswaar procedeer ik niet in straf- of belastingzaken en procedeer ik niet bij bestuursrechters. Maar de civiele zaken waarin ik procedeer bij de Hoge Raad (of waarin het blijft bij een cassatieadvies dat ik geef) zijn dermate gevarieerd, dat het – in cassatiejargon – niet onbegrijpelijk zou zijn als ik mezelf zou beschouwen als all-round jurist. Kennisneming van de ‘Onze successen’-pagina van deze website moge dat uitwijzen respectievelijk illustreren. Het specialisme van de civiele cassatieadvocaat is dat deze in qua rechtsgebieden zeer uiteenlopende procesdossiers snel tot de kern door weet te dringen en dit met een brede kennis van het materiële recht en het procesrecht.

Terug naar voornoemd Vooraf. Hartlief heeft het over het NJB toen en nu en stipt allerlei actualiteiten aan. Volgens Hartlief heeft het blad zijn recht van bestaan, zijn noodzakelijkheid, op verschillende momenten bewezen. Dit kan men in redelijkheid niet met hem oneens zijn. Lezing van het Vooraf zij van harte aanbevolen. Een link staat HIER.