Afgelopen jaar bereikte ik de gelukzalige status van emeritus hoogleraar. Zoals anderen met pensioen gaan, gaat de hoogleraar met emeritaat. Een soort Nirwana; je hoeft niets en je mag alles. Mooie boeken lezen, het boek schrijven dat je altijd al had willen schrijven, tuinieren, en natuurlijk… achter de geraniums zitten. Maar ook met andere collegae-emeriti wetenschappelijke bijeenkomsten bezoeken met na afloop gezellige recepties. Zo waren wij – collega-emeriti Hans Nieuwenhuis, Ewoud Hondius, Jan Lokin en ondergetekende – onlangs nog in Groningen bij het vijfentwintigjarig ambtsjubileum van mijn Groninger vriend en collega Prof. Wim Reehuis. Een prachtige middag geheel gewijd aan het mysterieuze fenomeen van het stil pandrecht, waarop Wim Reehuis destijds promoveerde. Een stoet aan geleerden trok voorbij met allemaal voortreffelijke en hoogst wetenschappelijke beschouwingen. De geleerden verloren zichzelf evenwel geheel in hun diepzinnige gedachten en daarbij ook de tijd uit het oog. Zo bleef er voor de receptie – het eigenlijke doel van mijn komst naar Groningen – slechts een half uurtje over. Maar het was allemaal fantastisch!
Dagelijkse zorgen van een emeritus
Toch wordt ook de emeritus geconfronteerd met de gewone dagelijkse zorgen; boodschappen doen en administratieve klusjes. Een van die klusjes die ik moest doen betrof het aanvragen van een zogenaamde ‘geblokkeerde betaalrekening’. Die had ik nodig om het geld op te laten storten dat ik in 20 jaar had gespaard als oudedagsvoorziening.
Dat had ik gedaan in de vorm van een lijfrente polis waarmee een lijfrentekapitaal wordt opgebouwd. Dat kapitaal – 20.000 euro! – kwam vrij op 1 januari 2015. Ik droomde al van een cruise in het Caraïbisch gebied, maar die droom werd wreed verstoord door een brief van de bank waarin uitgelegd werd dat ik dit bedrag vanwege fiscale redenen, niet meteen op mijn bankrekening gestort kon krijgen, maar moest aanwenden voor een ‘tijdelijke oudedagslijfrente’ met een minimale duur van vijf jaar. Weg Caraïbische droom… Wat bleek? Wat ik me eerst niet realiseerde is het volgende.
Door banken verborgen advies- en administratiekosten
Een aantal jaren geleden moesten de banken hun beleid veranderen en de verborgen advies- en administratiekosten zichtbaar maken. Een financiële adviseur brengt voor financieel advies en bemiddeling nu apart kosten in rekening. Vroeger betaalde je een financiële adviseur ook wel voor zijn advies. Maar dit bedrag was verwerkt in de prijs van het financiële product. Deze onzichtbare beloning wordt ook wel provisie genoemd. Vanaf 1 januari 2013 mag dit niet meer. De kosten zijn niet meer verwerkt in de prijs van een product. De consument moet nu zelf voor zijn advies betalen. De aanbieders van complexe financiële producten (banken) mogen ook geen provisie meer betalen aan verkopers van die producten (assurantietussenpersonen). Probleem is wel dat de gemiddelde consument niet doorheeft dat er verschillende soorten adviseurs zijn. ‘Adviseurs’ van banken en verzekeraars, die alleen eigen producten verkopen, tussenpersonen, die producten van verschillende aanbieders verkopen en onafhankelijk adviseurs, die alleen advies geven en niets verkopen. Toch zijn de meeste partijen in de financiële sector — AFM voorop — het erover eens dat de consument beter af is. De advieskosten zijn behoorlijk gedaald, met soms wel 50%. Dat betreft vooral de hypotheekmarkt, waar een harde strijd woedt tussen tussenpersonen en banken. Sinds 1 januari 2014 geldt ook nog een wettelijk provisieverbod. Banken en adviseurs mogen geen provisie meer aannemen van de beleggingsfondsen die zij hun klanten aanraden. Sinds jaar en dag verdienden banken en vermogensadviseurs hun inkomen voor een flink deel met provisies. Het ging daarbij om aanbrengvergoedingen en retourprovisies. Een aanbrengvergoeding is de beloning die beleggingsbedrijven geven aan adviseurs die klanten aanbrengen. Deze provisie kon oplopen tot duizenden euro’s per klant, terwijl die er zelf niets van terugzag. Gemiddeld kostte die doorgaans onzichtbare provisie de belegger 0,2 procent van zijn jaarrendement.
De emeritus die kennis- en ervaringstoets moet afleggen
Terug naar mijn eigen probleempje met het uitbetalen van mijn oudedagsvoorziening. Na enig onderzoek op de websites van verschillende banken bleken er twee mogelijkheden te zijn om die ‘tijdelijke oudedagslijfrente’ uit te laten betalen: via een Lijfrente polis en via een ‘geblokkeerde betaalrekening’. Ik koos voor die laatste mogelijkheid omdat de Lijfrente polis een verzekering is met extra kosten. Bij de SNS bank heet zo’n speciale betaalrekening ‘SNS Lijfrentenieren’.
Dus snel even zo’n speciale betaalrekening aanvragen. Maar de tijden zijn veranderd. Wat zes jaar geleden nog een echte bank was met een beleefde ontvangst (‘gaat U zitten meneer Van Maanen, een kopje koffie?’) in een fraai betimmerd interieur, blijkt getransformeerd in een witte balie met oranje krukjes. Ze bieden wel gratis flesjes water aan, maar de vriendelijke mevrouw wist niet wat een geblokkeerde betaalrekening was. Ze begreep uit mijn verhaal dat mijn betaalrekening geblokkeerd was… Nee mevrouw, ik wil een zogenaamde ‘geblokkeerde betaalrekening’ openen. Dat staat allemaal keurig uitgelegd op de website van Uw eigen ING bank.
Na wat verder zoeken op de verschillende websites van onder meer de SNS bank, bleek dat ik eerst een ‘Kennis- en ervaringstoets’ moest afleggen teneinde via een telefonisch gesprek de gewenste betaalrekening te krijgen. Dat zou 150 euro kosten. Maar als ik niet zou slagen voor deze toets, zou ik 800 euro voor een ‘persoonlijk adviesgesprek’ moeten betalen. De bank meent namelijk dat het hier een ‘complex product’ betreft waarvoor de bank dan een bijzondere zorgplicht in acht moet nemen. Hoe complex is nu helemaal een betaalrekening waarop mijn gespaarde kapitaaltje wordt uitgekeerd?
Uitgekiende strategie van de bank: fout antwoord, dan € 800 betalen
De uitgekiende strategie van de bank is, dat als ik slechts één vraag niet goed beantwoord, ik terug moet naar af en mij moet onderwerpen aan een persoonlijk adviesgesprek à raison van 800 euro. Dat is nog eens slim bankieren! Nu zult U denken: deze emeritus professor – met twee academische opleidingen – zal toch wel slim genoeg zijn om alle vragen goed te beantwoorden? Wel, dat lukte mij (met enige hulp…) maar net. Weet U bijvoorbeeld het goede antwoord op de vraag ‘Wordt er over de maandelijkse uitkeringen loon- en inkomstenbelasting en premie ingehouden?’. Of: ‘Als de rekeninghouder van SNS Lijfrentenieren overlijdt, zullen de maandelijkse uitkeringen van zijn SNS Lijfrentenieren: a) Vervallen aan de bank; b) In één bedrag worden uitgekeerd aan de erfgenamen; c) Aan de nabestaanden worden uitgekeerd.’
Als één van deze vragen niet goed beantwoord wordt, zijn wij dus 800 euro kwijt voor een vrijwel nutteloos en afgedwongen adviesgesprek teneinde een doodsimpele rekening te kunnen openen waarop onze spaarcentjes gestort kunnen worden en uitbetaald. Is dat geen misbruik van omstandigheden of bedrog? Zou de NMA of de AFM hier niet eens naar moeten kijken? Is dit niet een misleidende handelspraktijk? In de art. 6:193a-6:193j BW is de Kaderrichtlijn oneerlijke handelspraktijken geïmplementeerd. Een handelspraktijk is oneerlijk indien een handelaar in strijd handelt met de vereisten van professionele toewijding en het vermogen van de gemiddelde consument merkbaar is beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit neemt dat hij anders niet had genomen. Interessant is dat hier een dubbele bewijslastomkering geldt. Ingevolge art. 193j-i, rust op de handelaar de bewijslast ter zake van de materiële juistheid van de informatie die hij heeft verstrekt. Voorts geldt dat indien de handelaar op grond van art. 193b onrechtmatig heeft gehandeld, hij voor de ontstane schade aansprakelijk is, tenzij hij bewijst dat de schade niet voor zijn rekening behoort te komen. Uit het World Online –arrest (27 november 2009) blijkt dat de Hoge Raad met het oog op een effectieve rechtsbescherming tegen misleidende mededelingen tot uitgangspunt neemt ‘dat condicio sine qua non-verband tussen de misleiding en [bijvoorbeeld] een beleggingsbeslissing aanwezig is’. In de art. 6:193c-d wordt gedetailleerd uitgewerkt wanneer een mededeling misleidend is. Wij kunnen daarin de hiervoor beschreven handelswijze van de bank gemakkelijk herkennen. Misschien dat de Consumentenbond het voortouw kan nemen om hier een proefproces over te beginnen? Of wellicht wil iemand hiertoe een claimstichting openstellen?
Invitatie
Maar als eerste stap zou een lezer van NTBR hier een mooie scriptie of artikel over kunnen schrijven. Dan keer ik weer terug achter mijn geraniums en weet deze kwestie in goede handen. Wat maak ik me toch weer druk op mijn oude dag!
Reacties
Anton Weenink
”Misleidende banken”! Laat dit nu net een kwalificatie van banken zijn die in de rechtspraak zelden tot nooit wordt teruggevonden. De vorderingen zijn er wel, de toewijzingen van die vorderingen niet. Ik vraag mij wel eens af, hoe zou dit toch komen. In de zg. effectenlease-affaire werd geen misleidingsclaim toegekend. Was er echt geen sprake van misleiding ? Of was er sprake van gebrekkige waarheidsvinding ? Of schuilde het probleem in het kunnen identificeren van een maatman van gemiddelde, oplettende gewone financiële consument. Het gekozen surrogaat, schending van de zorgplicht, werd vervolgens zodanig uitgekleed met een ”Hofmodel” dat daarmee eenvoudig alsnog circa 98% van claimanten kon worden afgeserveerd.
Het provisieverbod dat sinds 2013 geldt zou wel eens op een geheel andere wijze ”misleidend” kunnen zijn als in het artikel aangeduid. Banken moeten nu hun eigen uurtje/factuurtje indienen bij de klant. En dat is transparant. Wat niet transparant is of de banken de kostprijs van hun diensten en ”producten’ per 1 januari 2013 hebben verlaagd met de provisie die er eerder in verstopt zat. Hier geen nulmeting door AFM en mededingingstoezichthouders. Grote kans dat de nietsvermoedende consument voor het advies van zijn bank ”dubbel” betaalt. Macro-economisch bezien gaat dit vermoedelijk om vele honderden miljoenen euro.
R Tummers
Dhr. Van Maanen schrijft :
“De bank meent namelijk dat het hier een ‘complex product’ betreft waarvoor de bank dan een bijzondere zorgplicht in acht moet nemen”.
Dat is, ironisch genoeg, enigszins misleidend.
De bank heeft dat namelijk niet bepaald, maar de wetgever. Een dergelijk product kan niet zonder advies worden afgesloten, tenzij de aanvrager er blijk van geeft over voldoende eigen kennis te beschikken.
Zonder de mogelijkheid om een kennistoets af te leggen, had de auteur hoe dan ook het advies moeten afnemen, met dank aan de AFM.
Peter Bos
Goed artikel. Zeer Informatief.
Andre Fontijn
Tja, ouderdom komt met ( maatschappelijke) gebreken. Zo mag ik mij op mijn beurt verheugen in een kleiner bedrag van €16.000 waar je toch wat leuks mee kan doen, wat ik op een blauwe maandag in loondienst heb ‘ verdiend’ aan premieafdrachten voor een pensioenuitkering. Uitkering ineens kan volgens de Pensioenwet niet maar wel een maandelijks bedrag van €52,00 ( bruto) wat net de Sonos en Netflix dekt. Bij overlijden wordt dat € 32,00 voor de weduwe; door besparing op de koffie voor die ouwe heeft ze ook niet meer nodig, moet je dan maar denken. Wij wat ouderen hebben trouwens wel meer kosten dan vroeger het geval was, met een geranium komen we er niet meer.
Het punt is – na met de verzekraar hemel en aarde tehben bewogen waarop zij instemden met overdracht maar…dat dan wel van de Belastingdienst een verklaring moet worden gekregen om het bedrag, tegen aanmerkelijk gunstiger condities, in een lidstaat ( in dit geval Duitsland) uit te zetten. Daar wordt niet voor de hele looptijd uitgegaan van de rekenrente van nu maar vinden daarop jaarlijkse correcties correcties plaats. Voor de aanvraag bij de belastingdienst is natuurlijk een formulier ( exclusief) beschikbaar wat voor dit geval niet of nauwelijks toepasselijk is. Op grond van het vrije kapitaalverkeer zou dat uitzetten elders zonder ( moeten) kunnen. Niets is minder waar, de belastingdienst weigert die verklaring op grond van 19a Wet Lb. Maar dan gaat het over werknemers en dat zij wij niet meer. Als de buitenlandse bank/ verzekeraar een vaste vestiging hier te lande heeft zou het ook nog kunnen. Nu dan maar in bezwaar en vast ook beroep bij de blastingrechter. Duurt vast lang genoeg totdat de rekenrente weer is gestegen en zo de vrije markt niet werkt, er een hoger maandelijks bedrag uitkomt. Nu maar hopen dat het met de gezondheid maar goed blijft gaan…. de verzekeraar zit ondertussen op ‘ de eieren’ De tijd die het duurt hoeft alvast niet te worden uitgekeerd en die levensmaanden maak je niet meer goed. Deze problematiek raakt overigens de meeste ‘ babyboomers’ die nu de deal krijgen aangeboden tegen de historisch lage rekenrente hun pensioen te regelen.
Hoezo EU en vrij verkeer, immers de kans is aanzienlijk dat Nederland de vrijheid heeft op dit terrein ‘ souverein’ dergelijke regelingen te maken. Vraag blijft dan toch of dit niet indruist tegen grondbeginselen van het vrije marktverkeer c.q. In strijd is met het Verdrag.