Ook buiten het kader van cassatieprocedures houdt de Hoge Raad zich bezig met rechtsontwikkeling. Sinds 1 juli 2012 bepaalt art. 392 lid 1 Rv dat de rechter in de procedure op verzoek van een partij of ambtshalve de Hoge Raad een rechtsvraag kan stellen ter beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing, indien een antwoord op deze vraag nodig is om op de eis of het verzoek te beslissen en rechtstreeks van belang is:
a. voor een veelheid aan vorderingsrechten die gegrond zijn op dezelfde of soortgelijke feiten en uit dezelfde of soortgelijke samenhangende oorzaken voortkomen, of
b. voor de beslechting of beëindiging van talrijke andere uit soortgelijke feiten voortvloeiende geschillen, waarin dezelfde vraag zich voordoet.
Is in uw zaak aan de Hoge Raad een rechtsvraag gesteld?
Wij hebben er aantoonbaar ervaring mee. Zo (bijvoorbeeld) hebben wij de gedupeerde MKB'ers bijgestaan in de zaak waarin op 28 juni 2019 een belangrijke prejudiciële beslissing gegeven is over dwaling bij rentederivaten. MEER.
Wij hebben in de volgende prejudiciële procedures een van partijen bijgestaan bij de Hoge Raad:
Zaak | Inhoudsindicatie | |
---|---|---|
ECLI:NL:HR:2019:1046 |
Voor succesvol beroep op dwaling bij rentederivaten is niet nodig dat nadeel geleden is. Bij vernietiging in beginsel algehele ongedaanmaking.
|
Uitspraak |
ECLI:NL:HR:2015:3099 |
Huurbemiddeling. Plaatsing van te verhuren woning op website van bemiddelaar. Artt. 7:417 lid 4, 7:425 en 7:427 BW.
|
Uitspraak |
ECLI:NL:HR:2015:42 |
Geldt art. 39 lid 1 Fw ook voor de huur van roerende zaken?
|
Uitspraak |