Foto SvS (iPhone 5, Rijksmuseum)
Wat valt uit wat af te leiden? En hoe aannemelijk is het?
In menig civiel geding gaat het – dit is niet zomaar een cliché – vooral om het vaststellen van feiten.
Als relevante en voldoende onderbouwde feitelijke stellingen van partijen diametraal op elkaar staan, moet de rechter vaststellen welke stellingen juist zijn.
Op een mooie vorm van het vaststellen van feiten in een andere discipline stuitte ik afgelopen juni. Ik was een midweekje in Amsterdam in het huis van goede vrienden die zelf ook even weg waren. Ik bezocht het Rijksmuseum en werd aangenaam verrast door het schilderij waarvan je hierboven een foto ziet.
Des neen!
Niet waar: des neen! Dit schilderij op voornoemde foto is niet De Nachtwacht. In het Rijks hangt het naast De Nachtwacht.
Een foto van het (echte) schilderij De Nachtwacht zie je hieronder.
Op de foto hierboven zie je een kopie. Dit schilderij is veel kleiner dan De Nachtwacht en wordt toegeschreven wordt aan de zeventiende-eeuwse schilder Gerrit Lundens.
Vergelijken maar
Als je de foto hierboven vergelijkt met de foto hieronder, dan valt je iets op. (Even ‘los’ van belichting resp. kleurstelling.)
Kijk goed naar de rechter- en linkerkant van de schilderijen. Wat is het resp. een verschil als het gaat om met name de breedte van deze schilderijen?
De Nachtwacht (foto Wikipedia)
Precies: vergelijk je beide foto’s, dan lijkt het alsof bij de echte De Nachtwacht ingezoomd is op de bovenste foto. Links en rechts is of lijkt van de echte De Nachtwacht een stuk afgesneden te zijn, in het bijzonder aan de linkerkant.
Factfinding
In het Rijks lees je bij de kopie dat deze laat zien dat De Nachtwacht oorspronkelijk groter was:
“Er werden aan drie kanten – maar vooral links – stukken van het echte schilderij afgehaald toen het in 1715 van de Kloveniersdoelen naar het Amsterdamse stadhuis verhuisde. Op zijn nieuwe plek moet het tussen twee deuren worden ingepast. De weggesneden stroken doek zijn niet bewaard gebleven.”
„{…} ingenieuze en soms verrassende wijze waarop Van Swaaij zijn vondst ontvouwt en uitwerkt {…} meeslepende werking { …} nieuwe dogmatische vondst {…}”
W. Snijders, oud-Regeringscommissaris voor het NBW en oud-vicepresident van de Hoge Raad, Bespreking proefschrift van mr. J.H.M. van Swaaij, Maandblad voor Vermogensrecht (2011)
