Noviomagus. Niet zelden en met name in familiezaken zie ik een beroepschrift resp. appèlrekest met als daaraan gehechte producties niet alleen bijvoorbeeld brieven van de ene partij aan de andere en vice versa, maar ook de processtukken uit de eerste aanleg. Zelfs ben in  een gewone civiele dagvaardingszaak (!) wel eens gestuit op een memorie van grieven met als producties (tevens) de inleidende dagvaarding tot en met het eindvonnis a quo.

Misvatting

Het is een misvatting dat in een verzoekschriftenprocedure de processtukken uit de eerste aanleg als aan het beroepschrift gehechte producties in het geding gebracht zouden moeten worden. De devolutie werking van het hoger beroep impliceert dat de appèlrechter sowieso, voor zover relevant, acht heeft te slaan op de gedingstukken in eerste aanleg, ook voor zover deze geen productie bij het appèlrekest zijn.

Nadeel van de misvatting

Het aan het appèlrekest hechten van de processtukken uit de eerste aanleg heeft als praktisch nadeel dat deze stukken niet gewoon overzichtelijk en makkelijk als ‘losse’ stapel op chronologische volgorde op het bureau van de betreffende raadsheer (en later mogelijk dat van de cassatieadvocaat) komen te liggen. Aldus kan bijvoorbeeld niet gewoon even het proces-verbaal van de mondelinge behandeling door de rechtbank ‘erbij gepakt’ kan worden, maar moet in plaats daarvan ‘gebladerd’ worden. Dat is bepaald niet fijn werken.
Bovendien is het niet handig om de krachtige suggestie te wekken dat je van de hiervóór bedoelde misvatting uitgaat.

Procesreglementen rekestzaken gerechtshoven

foto.bureau.Sietse

Foto Sietse Klomp (iPhone 5s)

Weliswaar bepaalt art. 1.2.6 (met als hoofdje “Stukken eerste aanleg”) van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven:

„Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.10 worden bij het beroepschrift alle stukken uit de eerste aanleg gevoegd, waaronder het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.
De processtukken in eerste aanleg worden voorzien van genummerde tabbladen, bij voorkeur van papier/karton. Een overzicht van deze processtukken met een met deze tabbladen corresponderende nummering wordt bijgevoegd.”

Maar hieruit volgt niet dat ‘dus’ de processtukken uit de eerste aanleg als producties aan het beroepschrift gehecht zouden moeten worden. Evenmin volgt dat uit het in dit art. 1.2.6 vermelde art. 1.1.10 (met als hoofdje „Wijze van indiening en beroep op stukken”), hetwelk in zijn eerste alinea bepaalt:

„De door een partij overgelegde processtukken, waaronder begrepen het procesdossier in eerste aanleg, worden deugdelijk gebundeld en voorzien van uitstekende tabbladen, bij voorkeur van papier/karton, ter onderscheiding van de afzonderlijke processtukken. Een inventarislijst wordt bijgevoegd.”

Deze artt. 1.2.6 en 1.1.10 hebben hun pendanten in het Procesreglement verzoekschriftprocedures handels- en insolventiezaken gerechtshoven, namelijk artt. 1.1.2.5 en 1.1.1.13. Inhoudelijk is er geen verschil.

Cassatie

Nijmegen overdag

Eerder dit jaar te Arnhem (foto SvS, iPhone 5s)

Bij een cassatieverzoekschrift worden de processtukken in de zogeheten feitelijke instanties (dus: rechtbank en gerechtshof) uiteraard ook niet als producties aan dit rekest gehecht. De praktijk is dat je het verzoekschrift per fax verstuurt naar ’s Hogen Raads civiele griffie of per koerier laat bezorgen, en dat het procesdossier bijvoorbeeld in een doos voorzien met een zogeheten inventaris (overzicht van de processtukken) nabezorgd wordt.

 

P.S. Dit blogbericht is geactualiseerd in mei 2020. Dit wat betreft de tekst van bepalingen uit procesreglementen.