Op twee punten op de Agenda voor de appèlrechtspraak is in het vorige bericht op deze blog ingegaan. Een ander punt springt eveneens in het oog.
Geen pleidooi in appèl
Het geagendeerde standaardmodel voor de procedure in appèl is gelijk aan het standaardmodel voor de eerste aanleg. Genoemd worden met zoveel woorden beroepschrift of dagvaarding, verweerschrift of memorie van antwoord en mondelinge behandeling. Voorts leest men:
“Het pleidooi komt te vervallen.”
Aansluitend wordt vermeld dat onder pleidooi verstaan wordt: “{…} het juridisch beargumenteren van de gehele zaak aan de hand van een voorbereide (uitgeschreven) pleitnotitie.”
Hoe afschaffen pleidooi?
Kennelijk zijn de opstellers van de Agenda voor de appèlrechtspraak 2020 geïnspireerd door – ik beperk me even tot zaken die met een dagvaarding ingeleid worden – het in de tweede Titel (“De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg“) geplaatste art. 134 lid 1 Rv:
“Voordat de rechter over de zaak beslist, wordt aan partijen desverlangd gelegenheid geboden voor pleidooien. Indien partijen op een terechtzitting op de voet van artikel 131 hun standpunt in voldoende mate mondeling hebben kunnen uiteenzetten, kan de rechter bepalen dat geen gelegenheid zal worden gegeven voor pleidooien.”
Nu genoemde opstellers bovendien ‘gaan voor’ het “vervallen” van het recht op pleidooi, zoals hiervóór vermeld is, beogen zij kennelijk dat in de zevende Titel (“Hoger Beroep”) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een bepaling opgenomen wordt die vèrder gaat.
Hoe heet is de soep die opgediend wordt?
Bedacht bij dit alles zij dat het recht op pleidooi een fundamenteel recht is (EVRM), hetwelk zich ook door art. 134 lid 1 Rv (dus) niet opzij laat zetten. De Hoge Raad neemt het recht op pleidooi ook serieus, zoals (bijvoorbeeld) blijkt uit een eerder bericht op deze blog. Als (de advocaat van) een partij bij een comparitie na antwoord alleen maar vragen van de rechter heeft mogen beantwoorden en niet de gelegenheid heeft gekregen om de zaak juridisch te beargumenteren aan de hand van een voorbereide (uitgeschreven) pleitnotitie, dan wordt dit mensenrecht met voeten getreden als de rechter (in weerwil van hetgeen die partij hem verzoekt) geen pleidooi toestaat.
Mogelijk valt het toch wel (iets) mee. Zoals hiervóór vermeld, wordt door genoemde opstellers verstaan onder pleidooi het de gehele zaak juridisch beargumenteren aan de hand van een voorbereide (uitgeschreven) pleitnotitie. Het lichtpuntje is het grootst indien het toegegaan blijft om zonodig uitgebreid op veel (uiteraard relevante) aspecten van de zaak in te gaan.