Een pleidooi voor een rechtbank al weer jaren geleden. Het ging toen vooral over één bepaalde rechtsvraag. Mijn tegenpleiter, die op trad voor eiseres, nam een standpunt in dat mijn cliënte, gedaagde, niet goed uitkwam.
Ik betoogde dat dat standpunt onjuist was. Hierbij verwees ik naar een betrekkelijk kort tevoren verdedigd proefschrift waarin mijn betoog dat dat standpunt onjuist was duidelijk steun vond.
Ad hominem
Vervolgens wees ik er nadrukkelijk op dat mijn tegenpleiter, juist hij (!), degene was die dat proefschrift geschreven had. Natuurlijk was dat een argumentum ad hominem.
Overtuigingskracht
Inhoudelijk snijdt een ad hominem-argument geen hout.
Maar bij pleiten en overtuigingskracht gaat het, hoe belangrijk de inhoud uiteindelijk ook is, niet uitsluitend daar om.
Immers, bij retorica gaat het om ethos, pathos en logos.
Bij dat pleidooi destijds had ik gewoon inhoudelijk een goed verhaal. Dat ik toen ook op de man speelde, zorgde er in elk geval voor dat er gewoon wat te beleven viel. En natuurlijk bracht ik dat argumentum ad hominem met een kwinkslag.|
En hoe die zaak afliep? Na mijn pleidooi trok eiseres haar eis in. Overigens pas in appèl …
Reacties
Robert Redder
Dus de eiseres zag geen vlucht routes meer?