van Swaaij Cassatie & ConsultancyEerder op deze weblog stond een bericht waarin vermeld werd dat ik in de periode vanaf de tweede helft van december jl. drie keer cassatieberoep ingesteld heb voor failliet verklaarde personen. LEES MEER
Wat al meteen lastig is in zulke zaken, is dat de cassatietermijn slechts acht (!) dagen is. Let wel: binnen deze termijn moeten alle cassatieklachten in het eventuele cassatierekest vervat zijn (behoudens dat nog klachten mogelijk zijn voor zover een binnen die termijn nog niet beschikbaar proces-verbaal van de mondelinge behandeling daartoe aanleiding geeft, mits een voorbehoud van die strekking gemaakt is).

De Hoge Raad heeft arrest gewezen in de zaak die in voornoemd bericht als eerste genoemd werd.

Laatste nieuws: faillietverklaringen vernietigd door het Haagse Hof na cassatie en verwijzing LEES MEER

Aanvankelijk negatief cassatieadvies van ander kantoor

In casu stelde de aanvraagster van het faillissement een vordering € 38 miljoen op mijn (latere) cliënten te hebben van, welke vordering in cassatie als uitgangspunt gold. De Rechtbank had hen failliet verklaard. In appèl hadden zij gedocumenteerd onderbouwd gesteld dat er geen steunvorderingen (meer) waren. Het Hof Amsterdamse Hof nam niettemin het bestaan van een viertal steunvorderingen aan en bekrachtigde op 20 december 2012.

Het oordeel dat er een steunvordering is, is een zogeheten feitelijk oordeel. Dit impliceert dat een dergelijk oordeel zich in cassatie niet als onjuist bestrijden laat – de Hoge Raad is er immers niet om feiten vast te stellen (art. 79 RO) –, doch uitsluitend te bestrijden valt op de grond dat het (wèrkelijk) onbegrijpelijk is (= er is geen touw aan vast te knopen) dat de lagere rechter tot dat (dus: feitelijke) oordeel gekomen is. In casu had het Hof (dus) geoordeeld dat er vier steunvorderingen waren. En omdat voor een faillietverklaring maar één steunvordering nodig is, was een cassatieberoep slechts zinvol als tegen alle vier ‘steunvordering’-oordelen met succes klachten te richten waren met de strekking dat het onbegrijpelijk is dat het Hof tot het betreffende steunvorderingsoordeel gekomen was. Mede daarom gaf een ander gerenommeerd cassatiekantoor een negatief cassatieadvies: van een cassatieberoep zou geen heil te verwachten zijn.

Second opinion en kerstavond 2012

Mij werd gevraagd om een second opinion te geven. Het was op 24 december jl. dat een koerier uit de Randstad ’s avonds bij mij thuis, hier in Noviomagus, het procesdossier kwam brengen.

Gevecht tegen steile heuvel op: onbegrijpelijke oordelen?

Sjef-van-swaaij-op-kantoor.jpgNa een grondige bestudering van het dossier naast de kerstboom was mijn bevinding dat de motivering van die vier steunvorderingsoordelen dermate ‘dun’ was, dat er bij ieder van deze oordelen een aanknopingspunt was voor een cassatieklacht. Ik kwam (dus) tot een positief cassatieadvies.

Uiteraard wees ik er op dat een cassatieberoep slechts zou slagen, indien de Hoge Raad zou oordelen dat àl deze vier steunvorderingsoordelen onbegrijpelijk zijn of berusten op een onjuist rechtsoordeel (nu voor een faillietverklaring één steunvordering al voldoende is). Mede gezien het grote, achterliggende belang (honderden miljoenen Euro’s), werd besloten om het toch maar gewoon te proberen.

Conclusie waarnemend Advocaat-Generaal: tot verwerping

Namens de Procureur-Generaal concludeerde waarnemend Advocaat-Generaal mr. A. Hammerstein, raadsheer in de Hoge Raad in buitengewone dienst, dat drie steunvorderingsoordelen bezweken voor mijn daartegen aangevoerde klachten en dat één steunvorderingsoordeel overeind zou blijven. Dit impliceerde dat mijn cliënten daarom (echter) geen belang hadden bij het cassatieberoep, zoals in de conclusie te lezen was. Met dit ongunstige scenario was (dus) rekening gehouden. Een link naar die conclusie staat HIER.

Borgersbrief

Ik heb vervolgens aan de President van de Hoge Raad een zogeheten Borgersbrief (= reactie op de conclusie van de Procureur-Generaal) geschreven. De portee van deze brief was in casu dat, uitgaande van slagende klachten tegen maar liefst drie steunvorderingsoordelen, het Hof hier in elk geval “broddelwerk” (dus: zo staat het letterlijk in die brief) geleverd had, en dat er daarom reden was om (extra) kritisch te bejegenen het steunvorderingsoordeel waarvan in de conclusie beweerd werd dat de klachten die het bestreden geen doel zouden treffen. Dit oordeel immers was gelijksoortig aan de oordelen waarbij het om broddelwerk ging. Overigens werd ook zijdens aanvraagster van het faillissement een Borgersbrief verstuurd aan ’s Hogen Raads President.

HR 12 juli 2013, NJ 2013, 397

Victorie! Bij arrest van 12 juli jl. heeft het cassatiecollege bij vervroeging het arrest van het Amsterdamse Hof vernietigd. Alle klachten zijn volgens het cassatiecollege “gegrond”. De zaak is verwezen naar het Haagse Hof. Daarmee heeft het Amsterdamse Hof onmiskenbaar een pak slaag gekregen. Een link naar ’s Hogen Raads arrest staat HIER.

Welke boodschap geeft de Hoge Raad?

De boodschap is, volgens mij, dat de rechter die over de feiten oordeelt niet (meer) zo makkelijk ervan mag uitgaan dat er ‘dus’ wel een steunvordering zou zijn. Op een ‘geen steunvordering’-verweer moet voldoende gerespondeerd worden. In rechtspraak en literatuur wordt deze boodschap ongetwijfeld wel opgepikt. Het arrest zal voor iedere rechter een vermaning zijn wat betreft het “summierlijk” blijken van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij opgehouden heeft te betalen.

Voor de poorten van de hel weggesleept

20130323-121922.jpgDit succes is zwaar bevochten. Mijn cliënten moesten zich tegen een steile heuvel op naar boven vechten. En dan een tot verwerping strekkende conclusie. Vervolgens een Borgersbrief waarin (dus) het woord “broddelwerk” niet geschuwd is. Werkelijk alles uit de kast gehaald.

Ons hoogste rechtscollege is er gelukkig niet alleen voor de ontwikkeling en de eenheid van het recht, maar ook voor het bieden van bescherming tegen lagere rechters die hun werk niet naar behoren doen. Bij ’s Hogen Raads arrest zijn alle vier klachten tegen de betreffende feitelijke (!) oordelen gegrond bevonden. Daar doen we het voor. Een waarlijk mooi begin van mijn weekend.