Zo dadelijk ga ik naar kantoor. Dit spreekt niet voor zich. Niet zozeer omdat velen in deze periode vakantie hebben, als wel omdat het vandaag 30 december is. Op 30 december placht ik met de fiets in de trein naar Deventer te gaan teneinde op het station aldaar andere civilisten, onder wie rechtshistorici, te treffen en met hen de jaarlijkse sombertocht – de tocht der sombrosi – te rijden. Daarover schreef ik in een eerder blogbericht (LINK) hetgeen vermeld wordt in de volgende twee alinea’s (waarbij met „dat jaar” gedoeld wordt op 1996).
Sinds dat jaar placht ik jaarlijks deel te nemen aan de door Hans en Joke Nieuwenhuis georganiseerde sombertocht van Leidse en (sinds 1996) Groningse civilisten, welke tocht gemaakt werd op een dag tussen 26 en 31 december – het zijn de sombere dagen van het jaar.
Meestal was het een fietstocht. Een enkele keer was het wandelen, als de weersverwachting impliceerde dat fietsen onverantwoord was. Al weer sinds ruim tien jaar ving de tocht telkens aan te Deventer, waar wij, sombrosi, ons om 11.00 uur verzamelden op het station, en in welke stad wij ‘s avonds na een dag vol ontberingen terugkeerden – in het donker; de duisternis was dan bovendien reeds geruime tijd ingetreden -, borrelden en een maaltijd nuttigden, waarna een ieder onzer per trein weer zijns weegs ging. MEER Zo was het ook gewoon nog op 30 december 2014.
Condicio sine qua non
Wijlen Hans Nieuwenhuis was aanvoerder der sombrosi (somberman). Een enkele keer liet ik de afgelopen negentien jaar verstek gaan. Hans was altijd van de partij. Deze dertigste december is er voor het eerst geen sombertocht. Immers, Hans is te dezen een condicio sine qua non.