Vandaag (13 januari 2015) is het precies vijftien jaar geleden dat ik in het Groningse Academiegebouw mijn proefschrift verdedigde en aansluitend door prof. mr. C.J.H. Brunner gepromoveerd werd tot Doctor in de rechtsgeleerdheid. Het was de eerste (Nederlandse) juridische resp. vermogensrechtelijke dissertatie van dit millennium. Behalve veel familie, vrienden en oud-collega’s, leden van de vakgroep Privaatrecht en Notarieel recht van de RUG, waren er ook veel kantoorgenoten, die vanuit Den Haag naar het – voor hen – hoge noorden afgereisd waren.
Voorgeleid aan een tribunaal
Ik herinner me nog goed hoe mijn paranimfen (Ton Hartlief en Rob van de Peppel) en ik voorafgaand aan de plechtigheid in het zogeheten zweetkamertje wachtten op wat komen zou. Een voordeel van promoveren in Groningen is het prachtige decorum.
Ik doel niet alleen op de mooie ruimte, maar ook op het ritueel. Anders dan (bijvoorbeeld) in Leiden en Nijmegen, betreedt je de zaal pas nadat de hoogleraren de zaal binnengegaan zijn. De pedel komt je niet eerder uit het zweetkamertje ophalen. Bij het binnenlopen van de zaal ervaar je het alsof je voorgeleid wordt aan een tribunaal, een wetenschappelijk tribunaal welteverstaan. De promovendus krijgt te horen van de Decaan van de rechtenfaculteit (op 13 januari 2000 was dat prof. mr. L. Timmerman, thans Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden) dat het College van Decanen kennis genomen heeft van “uw proefschrift met de daarbij behorende stellingen”, en bereid is om “u dit te horen verdedigen”.
Opposities
Daarna mag je gaan zitten en komen er opposities. In mijn geval kwamen die van de hooggeleerde heren Jaap Hijma, Jan Lokin, Hans Nieuwenhuis, Wim Reehuis en Leon Verstappen. Zo strekte de oppositie van Hijma ertoe of ik niet met teveel trompetgeschal mijn centrale stelling in mijn proefschrift verkondigde (des neen!).
Nieuwenhuis vroeg me wat volgens mij een Europees faillissementsrecht in zou moeten houden wat betreft levering van toekomstige goederen. Ik antwoordde dat het in elk geval ànders zou moeten zijn dan wat hij te dezen in zijn Tilburgse oratie (Uit de ban van hier en nu) naar voren gebracht had over het Nederlandse recht (art. 23 Fw)., en zette uiteen waarom. Aansluitend vroeg Nieuwenhuis me, geestig: “Is dit een eis in reconventie?”.
Reehuis’ oppositie eindigde met de verzuchting dat E.M. Meijers zich door mijn centrale stelling omdraaide in zijn graf. Ik riposteerde dat Meijers pas sinds het verschijnen van mijn boek eindelijk rust heeft.
Centrale stelling proefschrift
Genoemde centrale stelling komt er – kort gezegd – onder meer op neer dat als iemand bij voorbaat de levering verricht van een hem mogelijk in de toekomst toebehorend goed (art. 3:97 BW), in de zin van art. 3:84 lid 1 BW normaliter dan gewoon sprake is een levering “{…} verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken.” Deze stelling staat diametraal op wat – ten onrechte – toen en nog steeds, vooralsnog, beweerd wordt in hand- en studieboeken: degene die bij voorbaat een toekomstig goed levert zou beschikkkingsonbevoegd zijn.
Recensie 11 jaar na dato door niemand minder dan mr. W. Snijders
Het proefschrift is in 2011 besproken in het Maandblad voor Vermogensrecht en wel door degene die algemeen gezien wordt als Nederlands met afstand beste jurist. Zelfs Brunner sprak over hem in termen van “{…} onze hoogste baas {…}”: mr. W. Snijders, oud-Regeringscommissaris voor het NBW en oud-vicepresident van de Hoge Raad. MEER
Feesten met de Sjef van Swaaij Proefschrift Bluesband
Die 13e januari avond was er ’s avonds een groot feest met een optreden van de Sjef van Swaaij Bluesband (voor de gelegenheid omgedoopt tot Sjef van Swaaij Proefschrift Bluesband) met paranimf Rob van de Peppel als slaggitarist. Wij speelden onder meer De Proefschriftblues. Nadien heb ik dit nummer ook op andere promotiefeesten gespeeld, hetzij met band, hetzij mezelf begeleidend op de piano.
Zo speelde nog op 19 december jl. de Sjef van Swaaij Proefschrift Bluesband op het promotiefeest van Lotte Meurkens. Zij promoveerde op Punitive Damages. MEER
P.S. Dit weblogbericht is een bewerkte versie van een bericht dat twee jaar geleden op deze blog geplaatst werd.